Verkennend bodemonderzoek in Amsterdam
ARVO staat voor Amsterdamse Richtlijn voor Verkennend Onderzoek. Gemeente Amsterdam hanteert al lange tijd specifieke regels voor verkennend bodemonderzoek in Amsterdam. Bodemonderzoeken moeten landelijk minimaal voldoen aan NEN 5725 (vooronderzoek) en NEN 5740 (verkennend bodemonderzoek) en NEN 5707 (verkennend asbestonderzoek), tenzij door het bevoegde gezag anders is bepaald. In Amsterdam is gebleken dat de onderzoeksopzet van de NEN 5740 niet geheel aansluit op de Amsterdamse situatie. In Amsterdam worden de meeste bodemonderzoeken uitgevoerd op kleine locaties voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Ook wordt vaak onderzoek uitgevoerd vanwege herstructurering van openbare ruimte. Van belang hierbij is inzicht te krijgen in de milieuhygiënische kwaliteit van de (beoogde) actuele contactzone van de bodem, van de af te voeren grond en van de achterblijvende bodem.
Verschillende onderzoeksstrategieën
In de ARVO wordt onderscheid gemaakt tussen verschillen in bodemopbouw, met name tussen de ophooglagen die in de verschillende uitbreidingsfasen van de stad zijn aangebracht. Hierbij wordt de stad ingedeeld in vooroorlogse en naoorlogse wijken (na 1945). Voor deze indeling is gekozen omdat de bodem van de vooroorlogse wijken over het algemeen is opgebouwd uit verschillende soorten “verontreinigd” ophoogmateriaal op veen (Hollandveen). Het ophoogmateriaal is van lokale oorsprong – zoals grachtenslib of slib uit het IJ – dat door bedrijfsactiviteiten in de loop van eeuwen verontreinigd is geraakt. De bodem van naoorlogse wijken is opgebouwd uit één homogene “schone” zandlaag, afkomstig uit zandwinputten buiten de stad, op Hollandveen. Voor de geografische indeling van het voor- en na-oorlogse gebied wordt verwezen naar de hieronder opgenomen overzichtskaart. De uitkomsten van het vooronderzoek zijn echter maatgevend of een locatie tot het vooroorlogse- of het na-oorlogse gebied wordt gerekend. Onder de vooroorlogse gebieden worden ook de kleine dorpskernen gerekend die buiten de ring A10 zijn gelegen, zoals Sloten, Oud-Osdorp, Durgerdam, Holysloot, Ransdorp en Zunderdorp.
Bron: ARVO 2020
Verschillen en overeenkomsten NEN 5740 en ARVO
De ARVO gaat uit van een aantal onderzoeksstrategieën, waarvan de vooroorlogse strategie vergelijkbaar is met de NEN 5740-strategie voor verdachte locaties diffuus, heterogeen verdeeld (VED-HE) en de naoorlogse strategie vergelijkbaar is met de NEN 5740-strategie voor onverdachte locaties, niet lijnvormig (ONV-NL). Het analysepakket van de ARVO bestaat uit het standaardpakket grond en grondwater overeenkomstig NEN 5740, aangevuld met chloride in grond in chlorideverdachte gebieden en arseen in grondwater.
De ARVO combineert verschillende typen onderzoek, zoals bijvoorbeeld asfalt en funderingsonderzoek met onderzoek ten behoeve van de aanleg van een kabeltracé.
Nota bodembeheer Amsterdam
In de nota bodembeheer is het lokale bodembeleid van gemeente Amsterdam opgenomen. Het is een uitgebreid document waarin de beleidsregels van grondverzet, bodemonderzoek en bodemsaneringen is beschreven. In Amsterdam is veel mogelijk als de adviseur goed bekend s met de lokale regels.
Wij zijn goed op de hoogte van de verschillende regels binnen Amsterdam en kunnen voorafgaand aan een project (onderzoeksfase) of tijdens de uitvoering (begeleidingsfase) u goed hepen en u voorzien van pragmatisch advies.